Voorwoord bij eerste druk

Het klinkt misschien wat tegenstrijdig, maar als mensen suïcide overwegen dan zijn ze bezig met zelfbescherming. Nadenken over suïcide is de laatste psychologische verdediging tegen onheil: het moeten doorgaan met een verschrikkelijk leven. Iemand met suïcidale gedachten is wanhopig over de belangrijkste zaken die in zijn leven zijn misgegaan. Zo denkt hij althans. Het ergste wat hem kan overkomen, is dat hij door moet leven met dezelfde gedachten over dezelfde situatie. De dag van morgen is net zo erg, zo niet erger, dan de dag van vandaag. Het wanhopige denken over de eigen levenssituatie kan een dwangmatige vorm van piekeren worden waarin men dag en nacht zinnen herhaalt als ‘Niemand houdt van me’; ‘Ik ben mijn dierbaren alleen maar tot last’ en ‘Het leven heeft geen zin’. Deze zinnen krijgen steeds meer werkelijkheidsgehalte: als je ze vaak genoeg herhaalt dan maken ze zichzelf waar. Er komt een moment waarop je zo lijdt onder je eigen gedachten dat je besluit: ‘Ik moet stoppen met denken.’ En als je deze gedachte maar vaak genoeg herhaalt, heb je er weer een extra ernstig probleem bij. Het nadenken over suïcide kan op zichzelf tijdelijk opluchting bieden: als alles misgaat dan kan ik altijd nog suïcide plegen. Het is de ultieme zekerheid: ik kan altijd nog mezelf redden van bijvoorbeeld verdere aftakeling en gezichtsverlies. Het herhaald nadenken over de eigen zelfdoding kan echter het doel voorbijschieten en dan wordt zelfbescherming zelfkwelling. De Fransen hebben hier een mooie uitdrukking voor: ‘torturer l’esprit’ (het martelen van de geest). Dwangmatig en oncontroleerbaar denken aan zelfdoding wordt aldus een extra probleem in plaats van een provisorische oplossing. Het is zeer belangrijk dat hulpverleners niet terugschrikken voor suïcidale cliënten. Kennis en vaardigheden met betrekking tot suïcidaliteit voorkomen dat cliënten in de kou blijven staan doordat hulpverleners zich geen raad weten met beperkte levensperspectieven. Dit boek, Eigenlijk zegt u dat u dood wilt?!, geschreven door Paul van Hoek en Frans Brinkman, getuigt van de visie van twee ervaren hulpverleners die niet bang zijn suïcidaliteit te bespreken, het contact met de cliënt aan te gaan. Ik ondersteun hun visie van harte en ik hoop dat vele hulpverleners dit boekje bestuderen. Dan zal blijken dat gesprekken met suïcidale cliënten niet eng zijn, dat het zelfs heel goed mogelijk is om contact met hen te hebben en om toekomstperspectieven te bespreken zonder zelf mee te deinen op de hopeloosheid die de cliënten zo bezighoudt. Van Hoek en Brinkman bieden goede achtergronden en vaardigheden om het gesprek met een suïcidale cliënt tot een echte belangenbehartiging te maken. Het lijkt een beetje op vakbondswerk: samen met de hopeloze cliënt bekijken of zijn toekomst niet beter gediend kan zijn dan door suïcide. Dit boekje biedt daarvoor uitstekende aanknopingspunten voor een actieve preventie van suïcide. Het enige dat de hulpverlener hoeft te doen is om de adviezen van beide auteurs in de praktijk te brengen. Succes gegarandeerd.

Ad Kerkhof Hoogleraar klinische psychologie, psychopathologie en suïcidepreventie, Vrije Universiteit Amsterdam.

 

 

google.png   twitter.png   facebook.png   linkedin.png

© Design, CMS Fly Webservices | Admin.